Hoe wij werken

Op De Rietpluim vinden we dat school en ouders partner zijn in opvoeding, onderwijs en vorming. Samen hebben wij de taak om jouw kind goed voor te bereiden op de toekomst. Als jouw kind onze school verlaat, weet het wie hij of zij is, heeft het een nieuwsgierige en onderzoekende houding en heeft het de behoefte om zich te blijven ontwikkelen. Een voorwaarde om dit te bereiken is een veilige leeromgeving. Kinderen leren naast de basisvaardigheden ook eigentijdse vaardigheden die de steeds veranderende wereld vraagt. In ons dagelijks handelen gaan we uit van het kind. We werken kindgericht. Hoe wij dit in de praktijk doen, lees je op deze pagina.
 

Ouders zijn partners

Hoewel ouders en school verschillende eindverantwoordelijkheden hebben, beschouwen wij beiden als elkaars partners in opvoeding en onderwijs. Als school hebben we samen met de ouders een gemeenschappelijke inspanningsverplichting en streven we naar de optimale ontwikkeling van het kind. We noemen dit educatief partnerschap. Een voorwaarde voor goed educatief partnerschap is onderling vertrouwen tussen ouders en school. Dit betekent dat we met ouders vooraf wederzijdse verwachtingen uitspreken. Maar vooral ook dat onze leerkrachten veel contact met ouders hebben over de ontwikkeling van het kind. Zo vinden er periodiek oudergesprekken plaats en is er ook op andere momenten volop gelegenheid om met de leerkrachten het gesprek aan te gaan. We nodigen ouders nadrukkelijk uit om de school in te komen. Zo mogen ouders ’s ochtends in de klas afscheid nemen van hun kind en hebben ze regelmatig de gelegenheid om een kijkje in de klas te nemen tijdens het zogeheten ‘ontvangst’. Bovendien worden ouders volop betrokken bij ons onderwijs, denk hierbij aan de medezeggenschapsraad, oudervereniging en de diverse werkgroepen. Een aantal keer per jaar vinden er interactieve thema-avonden plaats waar actuele onderwerpen worden verkend met ouders en leerkrachten. We informeren ouders onder meer met onze Rietpluim App en informatieborden bij de ingang van de groep. 
 

Een prettige sfeer op school

Om te kunnen leren en zichzelf te kunnen ontwikkelen, hebben kinderen een leeromgeving nodig die prettig is. Leerlingen moeten zich veilig, geborgen en gewaardeerd voelen. Wij stimuleren een prettige sfeer op school door allerlei activiteiten te organiseren waarbij kinderen van verschillende leeftijden elkaar ontmoeten, met en van elkaar leren en aandacht hebben voor elkaar. Denk hierbij aan samen eten, samen spelen en samen werken. ‘Samen’ stimuleert namelijk onderlinge verbondenheid. Veiligheid is onze basis.
 

Meer dan alleen basisvaardigheden

Ons onderwijsaanbod bestaat uit vier onderdelen:


1. Basisvaardigheden

Vanzelfsprekend leren kinderen op onze school de basisvaardigheden zoals rekenen, taal en lezen. Vanaf groep 7 wordt ook Engels gegeven.


2. Wereldoriëntatie

Ook is er aandacht voor het leergebied wereldoriëntatie. Dit is een verzamelnaam voor onderwijs gericht op kennis van de wereld. Denk hierbij aan aardrijkskunde, biologie, wetenschap en techniek.


3. Creativiteit, expressie en beweging

Tevens is er volop ruimte voor de creatieve-, sociale-, emotionele- en lichamelijke ontwikkeling van ieder kind. Er is wekelijks een viering waar het deelnemen, presenteren, aandacht hebben voor elkaar en waardering opbrengen voor een ander belangrijke elementen zijn. Met hulp van ouders, kinderen en leerkrachten organiseren we regelmatig zogeheten atelierrondes waar kinderen in aanraking komen met een groot aantal creatieve- en technische vaardigheden. Gym staat wekelijks op het programma; in het speellokaal, in de gymzaal of gewoon lekker buiten.


4. Eigentijdse vaardigheden

Met deze vaardigheden bedoelen we vaardigheden die kinderen vooral in hun latere leven nodig hebben. Het gaat om vaardigheden en competenties als kritisch denken, samenwerken, zelfregulering, creatief denken, probleemoplossen, ict- en informatievaardigheden en computational thinking. 

 

Kindgericht werken

In ons handelen gaan we uit van het kind. Wij houden ons daarbij vast aan de volgende tien ankers:

1. Uitgaan van drie pedagogen

Een kind leert van drie pedagogen, die elk een stimulerende rol spelen. De eerste pedagoog zijn de andere kinderen. Juist de verschillen tussen kinderen zijn de bouwstenen voor de ontwikkeling van ieder van hen. De tweede pedagoog zijn de volwassenen in de buurt van het kind, onze leerkrachten. Zij kijken mét het kind naar de wereld en begeleiden de mogelijkheden tot leren. De derde pedagoog is de omgeving. De ruimtes en de materialen moeten het kind prikkelen om aan de slag te gaan. Op dit moment wordt onze school aangepast, zodat het nog beter aansluit op ons onderwijs. 


2. Kennis van ontwikkeling

De leerkrachten op onze school weten veel over de ontwikkelings- en leerlijnen. Ze weten deze steeds te herkennen in het spel en werk van de kinderen. Onze leerkrachten zijn vakkundig. Ze besteden aandacht aan hun eigen ontwikkeling en professionalisering. Ook vindt er regelmatig teamscholing plaats. 


3. De verwondering van kinderen in ere houden

Kinderen worden geboren met de mooiste eigenschap die er bestaat: nieuwsgierigheid. Zonder nieuwsgierigheid ontwikkelt het kind zich niet; het is dus van levensbelang. Verwondering zet aan tot actie, tot exploreren, in beweging komen, op onderzoek uitgaan, ontdekken, grenzen verkennen, fouten leren maken, opnieuw leren beginnen en doorzetten. Nieuwsgierigheid zet aan tot zelfstandigheid, welbevinden en betrokkenheid. Door betekenisvol thematisch werken koesteren wij de nieuwsgierigheid van kinderen. Iedere tien weken werken we schoolbreed aan een kernconcept (thema). De echte wereld wordt naar binnengehaald en kinderen gaan erop uit om de wereld te ontdekken, antwoorden op vragen te vinden en te leren van experts. Daarnaast richten wij onze leeromgeving zo in dat de kinderen uitgedaagd worden; niet alleen binnen maar ook buiten ons gebouw.


4. Uitdagingen in plaats van opdrachten

Kinderen houden van uitdagingen, ze gaan daar vanuit een eigen motivatie mee aan de slag. Want een uitdaging ga je aan, een opdracht wordt je opgelegd. We stellen ons telkens de vraag: Waarom zou een kind dit gaan doen? Hierdoor vergroten we de betrokkenheid van kinderen en stimuleren we hun ontwikkeling. Het betekenisvol thematisch werken is uitermate geschikt om met uitdagingen in plaats van opdrachten te werken.


5. Procesgericht werken

Op onze school leggen we het accent eerder op het proces dat kinderen tijdens een activiteit doormaken dan uitsluitend naar een product toewerken. Kinderen observeren, ervaren en creëren. Door procesgericht te werken, wordt de zelfstandigheid van kinderen vergroot. Daarnaast groeit hun zelfvertrouwen als kinderen zelf mogen observeren, ervaren en creëren. Er ontstaat trots op het product. De leerkracht volgt het proces en biedt prikkelende interventies. Ook hier draagt betekenisvol thematisch werken bij aan het procesgericht werken.


6. Documenteren

We leggen onderzoeken van kinderen vast in woord en beeld. Deze documentatie maakt de denk-, maak- en leerprocessen zichtbaar en dus bespreekbaar zodat er gereflecteerd kan worden. Documenteren doen we bijvoorbeeld door het werken met portretmappen en beeldwerk in en buiten de groep op te hangen en samen te voorzien van teksten die het proces zichtbaar maken. Zo helpen we alle betrokkenen procesgericht te kijken en de stappen hierin te waarderen. Zichtbaar lerende leerlingen zijn namelijk blije leerlingen.


7. Uitgaan van het competente kind

Kinderen worden geboren met veel mogelijkheden. Wij kijken of het kind, al dan niet samen met een ander kind, zichzelf kan redden zonder onze hulp. Kinderen willen graag grip: zij willen ruimte om zelf mee te denken. Op onze school geven wij kinderen de kans iets zelf te doen of na te denken over een oplossing. Indien nodig begeleiden we dit proces. Hierdoor voelen de kinderen zich gewaardeerd, groeit het zelfvertrouwen en het vertrouwen in de ander en leren ze keuzes maken.


8. Inspelen op kinderen

Ons ontwikkelings- en leerplan is precies wat het woord zegt: een plan, een voornemen. In de dagelijkse praktijk blijven we openstaan voor gebeurtenissen in de groep. We spelen in op het spel en de beleving van de kinderen. Initiatieven krijgen de ruimte, problemen nemen we serieus. Zo vindt er in iedere groep regelmatig een kringgesprek plaats, zijn er veel reflectiemomenten en heeft ‘vraag het de kinderen’ een belangrijke rol in ons onderwijs. Ook de KaMeR, onze medezeggenschapsraad van kinderen, is een goed voorbeeld van hoe onze school inspeelt op wat kinderen bezig houdt.


9. Kijken achter het gedrag van kinderen

We proberen te begrijpen waarom een kind doet wat hij doet en zegt wat hij zegt. Kinderen die ons het meest nodig hebben, laten ons dat namelijk vaak op een afwijkende manier zien. We oordelen niet gelijk, maar willen het kind echt leren kennen, ons in het kind kunnen verplaatsen en zo verder helpen. Naast dat we op onze school zoveel mogelijk aandacht aan ieder kind geven, houden we op structurele basis gesprekken met kinderen en hun ouders.


10. Vraag het de kinderen

We nemen samen met de kinderen de verantwoording voor de gang van zaken in de groep. Bij dilemma’s of problemen betrekken we kinderen door de situatie met ze te bespreken. Het kind is de expert. Kinderen hebben vaak goede, bruikbare en rechtvaardige oplossingen. Ze voelen zich samen verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. Zo leren ze echt samenleven in een betekenisvolle situatie. 

Wil je graag meer lezen over hoe wij werken? Lees dan onze schoolgids.
Cookie instellingen